Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [24]jonge hoogmoedige dieren hebben [25]het niet betreden, de felle leeuw is daarover niet heengegaan. 24. Hebreeuws, de zonen van het, enz. Vergelijk onder, hfdst.41 vs.25. 25. Dat is, het pad of de steeg, welke leidt naar de plaats des gouds en der edelgesteenten. Versta hierbij: Hoewel geen dieren tot die plaats kunnen indringen, door enige uitnemendheid die in hen is, dat nochtans de mens zulks doen kan door zijn vernuft en arbeid.